Via sociale media, video’s en websites worden extremistische ideeën verspreid, ook wel online radicalisering genoemd. Om weerbaar te worden tegen beïnvloeding, is het belangrijk om een kritische houding ten opzichte van mediaberichten te leren.
Ook heb je de vaardigheden nodig om een tegengeluid te kunnen formuleren en anderen aan te spreken op hun gedrag.
Waarom is een kritische houding belangrijk?
De grote hoeveelheid berichten, in combinatie met de filterbubbel zorgen ervoor dat we online nauwelijks nog objectieve zoekresultaten krijgen.
Mensen die op zoek zijn naar zingeving, status of antwoorden omtrent hun eigen identiteit, kunnen in een bubbel (of echokamer) terechtkomen waarin iedereen dezelfde overtuigingen heeft. Het is dan moeilijk om zelf een mening te vormen – gebaseerd op diverse bronnen.
Zo’n bubbel heeft dus grote invloed op hoe wij onszelf, de ander of de wereld zien. Daardoor heeft het ook invloed op de keuzes die we maken in de offline wereld.
Welke rol speelt mediawijsheid binnen online radicalisering?
Om die bubbel te kunnen doorprikken, heb je een kritische houding naar mediaberichten nodig. Dat vraagt om kennis en vaardigheden over de werking van media, (taal en beeld van) propaganda, nepnieuws, de filterbubbel, algoritmes en informatievaardigheden (begrijpend lezen). Oftewel: mediawijsheid.
In het radicaliseringsproces wordt gebruik gemaakt van deze manier om met media de werkelijkheid te kleuren. Er wordt ingespeeld op het gevoel van ontevredenheid met de huidige situatie en er wordt een romantisch beeld voorgeschoteld van het ideologische gedachtegoed. Zo gaat iemand die radicaliseert de wereld langzaam door dat radicale perspectief zien, zonder zich te realiseren dat ze een zeer beperkt beeld krijgen voorgeschoteld.
Propaganda is het beïnvloeden van een mening, vaak door ongenuanceerde of eenzijdige beeldvorming. Dit wordt vaak gedaan om een bepaalde ideologie, een geloof of een hoger doel te helpen – of juist te beschadigen. Propaganda wordt bijvoorbeeld vaak gebruikt door politieke partijen, actiegroepen en in tijden van oorlog. Via het internet heeft hedendaagse propaganda een groot bereik en relatief weinig weerwoord.
Bekende propaganda-technieken zijn:
- Het vervormen en manipuleren van beelden om een extreem mooi of extreem negatief beeld neer te zetten dat inspeelt op bestaande emoties
- Censuur
- Herhaling
- Tegenstander in negatief daglicht zetten
- Negatieve associatie koppelen aan tegenstanders
- Positieve associatie koppelen aan bepaalde normen en waarden
- Inspelen op slechte – economische, financiële en/of sociale – omstandigheden van mensen
- Inspelen op groepsgevoel en angst voor uitsluiting
- Inzetten van beroemdheden, autoriteiten en/of rolmodellen
- Selectief communiceren; positieve aspecten (overwinningen) benadrukken, negatieve aspecten (verliezen) niet of nauwelijks belichten
- Gebruik van woorden of beelden die respect afdwingen
- Gebruik van symbolen/symboliek die positief gevoel oproepen
Vaak is het niet eenvoudig om deze technieken – en de gekleurde informatie die dat oplevert – te herkennen. Veel mensen hebben moeite met het achterhalen en verifiëren van online bronnen. Daarom is het belangrijk om nepnieuws te leren herkennen en je informatievaardigheden te vergroten.
Als jij iets liket, een reactie plaatst of deelt, krijg je de volgende keer dezelfde soort dingen te zien. Dat betekent ook dat je bepaalde dingen niet te zien krijgt. Algoritmes bepalen dus deels wat wij zien, weten, geloven en vinden.
Mensen die radicaliseren, komen terecht in een echokamer waarin niemand hen tegenspreekt. Het is belangrijk dat ze zich bewust zijn van hoe de filter bubble werkt, welke invloed algoritmes hebben en wat ze kunnen doen om dat te doorprikken.
Experts wijzen op het belang van counter messages, het bieden van een weerwoord. Je zult weerbaarder worden wanneer je een duidelijk alternatief wordt geboden voor radicale gedachten.
Lesmateriaal ter preventie van online radicalisering zou aandacht moeten vragen voor empowerment; de vaardigheid om een weerwoord te formuleren en deze om te zetten in een geloofwaardige, verbindende boodschap. Om een weerwoord te kunnen geven, moet je leren je te verdiepen in de verscheidenheid aan opvattingen. Dat vraagt om informatievaardigheid.
Een voorbeeld is CONTRA, die een handboek heeft ontwikkeld ter voorkoming van online radicalisering. Dit lesmateriaal legt nadruk op het visueel en verbaal presenteren van een counter message.
Vaak zijn extremistische uitingen op het internet moeilijk te herkennen, omdat ze verpakt worden in ironie en dubbelzinnigheid. Dit noem je ook wel een ‘hondenfluitje.’ Net als bij een echt hondenfluitje, dat alleen honden kunnen horen, gebruiken extremisten vaak uitspraken en symbolen waarvan alleen een bepaalde doelgroep de onderliggende betekenis zal begrijpen.
Ze zullen bijvoorbeeld niet hardop tot geweld oproepen, maar wel zeggen dat er iets ‘gedaan moet worden’ aan een bepaalde groep mensen. Zo’n uitspraak kan op verschillende manieren uitgelegd worden, waardoor zij dus altijd kunnen beweren dat ze verkeerd begrepen zijn. Of ze kunnen achteraf zeggen dat ze maar een grapje maakten.
Hondenfluitjes creëren dus verwarring, waardoor mensen makkelijker wegkomen met het zaaien van angst en haat. Als je twijfelt over de betekenis van een uitspraak, is het daarom slim om te zoeken naar uitleg van journalisten en onderzoekers die hondenfluitjes hebben vastgelegd. Landelijk Steunpunt Extremisme benoemt bijvoorbeeld een aantal veelgebruikte extreemrechtse symbolen en uitdrukkingen op blz 15-17 van hun factsheet. Of lees dit artikel van NEMO Kennislink over hondenfluitjes en test je kennis met de quiz.
Verspreiding van extremistische berichten via sociale media
Internet en sociale media zijn belangrijke plekken geworden voor discriminatie, polarisatie, radicaal gedachtegoed, complottheorieën en extremistische of gewelddadige beelden. Online berichten die niet illegaal, maar wel schadelijk zijn, worden ook wel ‘borderline content’ genoemd. Denk bijvoorbeeld aan memes die de spot drijven met aanslagen, of geweld toejuichen.
Jongeren zijn al snel geneigd dit soort berichten te delen, zonder de volledige boodschap erachter te begrijpen. Voor hen is het dan misschien alleen een grapje, of stoerdoenerij. Maar dit heeft het effect dat uitingen van geweld of discriminatie met de tijd normaler gevonden worden.
Ter illustratie:
-
- NOS schrijft dat het Openbaar Ministerie en de Kinderbescherming waarschuwen voor de snelle radicalisering van jongeren via sociale media
- Beatrice de Graaf vertelt in een uitzending van Eva Jinek over ‘borderline content’ op TikTok (vanaf 14.30)
- De Correspondent en de Volkskrant tonen aan hoe op YouTube radicalisering versterkt wordt
- NJI vertelt meer over online radicalisering bij jongeren
- In 2019 werden meerdere aanslagen gepleegd na berichten op internetforum 8chan, dat bekend staat als echokamer voor (rechts)extremistisch gedachtegoed
- Het AD schrijft dat tijdens de coronacrisis online radicalisering is toegenomen in Europa
- Het Rathenau Instituut stelde drie casussen op die laten zien hoe ideeën op internet snel extremer worden
- NOS ging in gesprek met twee jongeren die via meme-accounts en Instagram bij extreemrechts belandden
Dit roept de vraag op wie verantwoordelijk is voor (de gevolgen van) extremistische berichten op internet. Is dat de gebruiker, het platform of de overheid? En wie mag eigenlijk bepalen wat er op internet wel of niet gezegd mag worden?
Online haatzaaiing en de verspreiding van complottheorieën kan de media manipuleren. Ook heeft het invloed op het publieke debat. Hoe werkt dat, en welke technieken zitten erachter? Bekijk de aflevering ‘Handboek voor haatzaaiers’ van Medialogica (Human).
Influencers maken ook een belangrijk deel uit van het online medialandschap. Ze hebben vaak een grote achterban en worden serieus genomen door hen, dus ook als ze misinformatie (zoals complottheorieën) verspreiden. Lees hier meer over in dit artikel van de Volkskrant.
Het is ook belangrijk dat volwassenen met jongeren in gesprek gaan over wat ze op het internet zien en delen. Verderop in dit dossier staan enkele bronnen die helpen zo’n open gesprek aan te gaan.
Lesmateriaal en tools om online radicalisering tegen te gaan
Om online radicalisering te voorkomen is het belangrijk om jongeren te leren een weerwoord te kunnen formuleren en kritisch om te gaan met nieuws en online beeldmateriaal. Met de volgende lesmaterialen en tools kun je met jongeren aan de slag:
- Codename Future heeft een lesmodule Radicaal Ideaal binnen de methode ‘Burgerschap – De maatschappij, dat ben JIJ’ – Voor vo en mbo
- DeGoedeZaak biedt een ‘toolkit’, met praktische tips en steun voor slachtoffers van online haat
- Verschillende perspectieven op hetzelfde nieuws – lesmodule van Nieuws in de Klas voor vo
- Digitale module Omgaan met extreem gedrag en polarisatie – Voor leerkrachten vo en mbo
- Handboek Extremisme op Internet – Resultaat van het project CONTRA, om kritische mediacompetentie in omgang met online propaganda te vergroten. Voor leerlingen vanaf 14 jaar
- CONTRA – Countering Propaganda by Narration Towards Anti-Radical Awareness
- Toolkit, artikelen en lesmateriaal – Voor po en vo
- Terra Toolkit – Handleiding voor leraren, jeugdwerkers, politie en andere doelgroepen die werken met jongeren die risico lopen te radicaliseren
- Leidraad preventie en aanpak – Voor schoolleiders en bestuur (België)
- Deze factsheet van het Nederlands Jeugdinstituut geeft tips voor ouders en leerkrachten om in gesprek te gaan over radicalisering en polarisatie door media
- Diversion organiseert het onderwijsprogramma Under Pressure om met leerlingen in gesprek te gaan over desinformatie en polarisatie, en welke rol hun eigen mediagedrag hierin speelt.
» Meer lesmateriaal over de thema’s informatievaardigheden, nepnieuws en filter bubble
Veelgestelde vragen over online radicalisering
Internetactivist Eli Pariser legt de filterbubbel (of filter bubble) uit met een voorbeeld: Twee vrienden zoeken via Google op de term Egypte. Zij krijgen wisselende zoekresultaten op basis van hun surfgeschiedenis.
De één krijgt namelijk vooral toeristische trekpleisters te zien in de zoekresultaten, terwijl de ander informatie krijgt over de politieke crisis in Egypte.
Wanneer zoekgegevens op internet worden bijgehouden, kun je na verloop van tijd in kaart brengen wat iemands interesses zijn. En vervolgens voorspellen wat diegene waarschijnlijk wel/niet zoekt. Zo werkt ook de filterbubbel.
Dreigt iemand uit jouw omgeving te radicaliseren? En heb je behoefte aan hulp of informatie, of wil je dit melden?
Er zijn diverse organisaties waar je terecht kunt. Deze organisaties richten zich soms op personen en families, soms op professionals, soms op allebei. Op deze pagina vind je meer informatie.
Algoritmes spelen een steeds grotere rol in ons mediagebruik. Zo bepaalt Facebook met algoritmes wat je op je tijdlijn ziet en kan YouTube jou nieuwe filmpjes aanbevelen. Algoritmes bieden veel gemak, maar kunnen er bijvoorbeeld ook voor zorgen dat je in een filterbubbel terechtkomt.
» In het dossier Algoritmes ontdek je alles over de kansen en risico’s van algoritmes, met uitleg, filmpjes, voorbeelden en tips
- Factsheet Polarisatie, radicalisering, extremisme en mediaopvoeding – van het Nederlands JeugdInstituut
- De Expertise-unit Sociale Stabiliteit (ESS) houdt zich bezig met maatschappelijke spanningen, polarisatie en de preventie van radicalisering
- De rol van mediawijsheid bij online radicalisering
- Factsheet online radicaal en extremistisch gedrag van Landelijk Steunpunt Extremisme
- Fenomeenanalyse ‘Memes als online wapen’ van Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV)
Meer weten?
Deze organisaties helpen je verder: