Over mediawijsheid

ABC van mediawijsheid

Woordenboek mediawijsheid » van fomo tot forumtrollen, van cold spot tot hot seats

Elke nieuwe ontwikkeling heeft z’n eigen buzzwoorden. Het zijn woorden die horen bij een bepaalde trend, hype of actualiteit. Iedereen heeft het er ineens over! Hieronder lees je het woordenboek met de meest actuele buzz op het gebied van mediawijsheid en -opvoeding, inclusief een korte uitleg.

ABC

Ad- en spyware
Kleine programma’s die – vaak onopgemerkt – op je computer worden geïnstalleerd. Ad- en spyware kunnen ongewenste advertenties tonen, je inloggegevens achterhalen of te registreren welke pagina’s je bezoekt op internet. Deze informatie wordt verkocht aan commerciële partijen.

» Meer in het dossier Veilig op internet

Algoritme
Een algoritme is een wiskundige formule. Het bestaat uit regeltjes die bepalen hoe een website of apparaat moet werken. Door slimme algoritmes worden reclames en zoekresultaten afgestemd op jouw persoonlijke interesses.

App
Afkorting voor de term applicatie. Een klein (computer)programma dat je kunt installeren en gebruiken op je smartphone of een tablet, zoals de iPad.

» Lees meer over apps

App-generatie
De nieuwe generatie peuters en kleuters navigeert liever met hun vingers – vingersurfen – dan te klikken met een muis.

Appnek
Een appnek krijg je door overbelasting van de nek bij het gebruik van een smartphone. Het veelvuldig vooroverbuigen kan leiden tot vergroeiing van de ruggengraat.

Augmented Reality
Een technologie waarbij realiteit en de virtuele wereld met elkaar worden gecombineerd.

Avatar
Een avatar gebruik je op internet als de online representatie van jezelf. Het is je online persoonlijkheid in een virtuele wereld of game. Een avatar kan een zeer gedetailleerde 3-dimensionale figuur zijn, maar ook een eenvoudig symbool of een foto.

Bangalijst
Banga is straattaal voor slet. Jongeren publiceren online lijsten met daarop namen van meisjes die – volgens hen – makkelijk seksuele diensten verlenen.

Banner
Een reclameblokje op internet. Vaak bewegend beeld.

Beautification
Het visueel verbeteren of aanpassen van een persoon, plek of ding. Bijvoorbeeld m.b.v. een programma als Photoshop of door een filter over een foto te plaatsen, zoals Instagram mogelijk maakt.

» Meer in het dossier over sociale media

Bèta-versie
Een bèta-versie is een testversie van bijvoorbeeld een website of een game. Vaak wordt zo’n versie verspreid onder een selecte groep van gebruikers om zo feedback te ontvangen.

Big data
Op internet is een schat aan informatie aanwezig. Tweets, video’s, foto’s, zoekresultaten en profielen op sociale media. Maar ook klantenbestanden en aankoopgegevens. Deze enorme verzameling digitale gegevens noemen we big data.

» Meer in het dossier Big data

Bitcoin
Een digitale vorm van geld. Bitcoins worden gebruikt om te betalen en investeren op internet. De transacties zijn onomkeerbaar en hebben een hoge mate van anonimiteit.

Blockchain
Blockchain is een hele grote database waarin transacties kunnen worden opgeslagen. Door Blockchain kunnen overeenkomsten worden afgesloten zonder tussenpersoon van een derde partij, zoals de overheid of een bank. Bij een overeenkomst worden blokjes informatie digitaal ‘ondertekend’ door beide partijen en direct opgeslagen in de database. 

Blockchain is open voor iedereen en niemand is de eigenaar. Hierdoor kan het niet eenvoudig worden uitgeschakeld of worden gehackt, zoals wel het geval is bij een centrale database. Alle informatie die in Blockchain wordt opgeslagen, wordt onleesbaar gemaakt met cryptografie en is daarmee versleuteld. De veiligheid van transacties is hierdoor groot. Misschien wel de bekendste toepassing van blockchain is het sturen van geld via Bitcoin. In dit filmpje wordt het concept van blockchain helder uitgelegd.

Bloggen
Een website waarop artikelen over een bepaald onderwerp worden gepubliceerd. Dat kan een persoonlijk blog zijn – als een online dagboek – maar ook een blog over een bepaald vakgebied of expertise. Iemand die een blog schrijft, noemen we een blogger.

Botnets
Een geïnfecteerde computer is als het ware een robot, wachtend op commando’s. Dat noemen we een bot. Als iemand veel bots tot zijn beschikking heeft, spreken we van een botnet of een zombienetwerk.

» Meer in het dossier over cybercrime

Browser hijacking
Met browser hijacking worden de instellingen van je browser aangepast. Vaak met als doel om advertenties te tonen of je te verwijzen naar seks- en goksites.

» Meer in het dossier over cybercrime

Cammen
Via een webcam videobeelden naar een ander sturen.

Catfish
Iemand die zich op het internet begeeft met een nepprofiel met als doel om de ander verliefd op hem of haar te laten worden.

Chatbots
Virtuele gesprekspartners die bijvoorbeeld worden ingezet bij klantenservice. De gebruiker typt een vraag in, bijvoorbeeld over een product, en de chatbot (een samenvoeging van chat en robot) geeft antwoord. Denk aan Billie op Bol.com. Een chatbot leidt je naar de informatie die je zoekt of heeft een educatieve of vermakende functie, maar werkt niet zoals een echt persoon. Een ander voorbeeld van een chatbot is Iris, een spel waarmee kinderen leren over cyberpesten.

Chatten
Kletsen op internet. Bijvoorbeeld via sociale media of online games. Het woord komt van het Engelse werkwoord to chat dat babbelen of kletsen betekent.

Cheats
Het gebruiken van hulpmiddelen in een game. De term verwijst naar bedriegen; het is immers een soort valsspelen. Cheats worden gebruikt om zonder moeite een hogere score of level te bereiken.

» Lees meer over gamen

Clickbait
Clickbait is een titel die doorlinkt naar een artikel op internet die spectaculair of opvallend is en nieuwsgierigheid opwekt. Vaak is de titel dusdanig overdreven zodat er zoveel mogelijk mensen op het linkje zullen klikken. Het resultaat is dat de site waar het online artikel te vinden is veel bezoekers krijgt wat bijvoorbeeld weer voor de nodige advertentie-inkomsten zorgt.

Cloud
Een digitale locatie op het internet waar je gegevens kunt opslaan en bewerken. Bij cloud computing kun je met verschillende gebruikers aan dezelfde bestanden werken. Ook kun je via de cloud hardware besturen, zoals een printer die is gekoppeld aan internet.

Cocooning
Cocooning verwijst naar het jezelf ‘verbergen’ in een sociale omgeving. Bijvoorbeeld door het dragen van oordopjes en luisteren naar muziek, terwijl je ook contact hebt met vrienden of familie.

Cold spots
Plekken waar bewust geen internet is: een reactie op het altijd in contact (willen) zijn met alles en iedereen.

Computervirus
Een breed begrip. Kan worden onderverdeeld in virussen, wormen en Trojaanse paarden. Eenmaal op jouw computer verrichten ze meestal ongewenste handelingen; van het tonen van advertenties tot het wissen van belangrijke bestanden.

» Meer in het dossier over cybercrime

Cookie
Een cookie is een klein bestandje dat door websites op je computer wordt gezet. Een cookie meet je klikgedrag en rapporteert dat aan online winkels. Het weigeren van cookies kan bepaalde websites onbruikbaar maken.

Cookiemuur
Vanwege de privacygevoeligheid moet je altijd eerst toestemming geven voor cookies. Wanneer je geen toestemming geeft, kun je soms niet verder surfen of blijken (delen van) de website niet meer goed werken. Dat noemen we een cookiemuur.

Creative Commons
Ook muziek, foto’s, films en teksten op internet vallen onder het auteursrecht. Bij Creative Commons (CC) geeft een auteur – onder bepaalde voorwaarden – toestemming om zijn werk (digitaal) te gebruiken, delen en/of bewerken.

» Meer hierover in het dossier Auteursrechten op internet

Cyberbaiting
Dit is een vorm van cyberpesten of pesten via het internet. Het zijn vooral leerkrachten die het slachtoffer zijn van deze vorm van pesten. Leerlingen dagen een leerkracht uit en wanneer de leerkracht de controle over de klas en zichzelf verliest, wordt dit gefilmd en gedeeld op sociale media.

» Lees meer over cyberpesten

Cyberpesten
Is het pesten op het internet. Dit gedrag komt zowel tussen kinderen en tieners thuis en op school als tussen collega’s op het werk voor.

» Lees meer over cyberpesten

DEF

Dark web
Dark web is het digitale ‘zwarte’ gedeelte van het internet. Het dark web is niet vindbaar via zoekmachines en is er voor iedereen die volledig anoniem online wil zijn. Klokkenluiders als Edward Snowden maken er gebruik van, maar ook hackers, terroristen, dealers, fraudeurs en pedofielen. Iedereen kan er redelijk eenvoudig naartoe met de Tor-browser. Betalingen op het dark web worden altijd gedaan met Bitcoins.

Data grabbing
Het verzamelen van zoveel mogelijk data, in het bijzonder persoonsgegevens. Het heeft als doel deze data te analyseren en patronen te herkennen.

Datobesitas

Een onstilbare honger naar de gegevens van burgers, met steeds groter wordende databases als gevolg. Deze term is vergelijkbaar met infobesitas en big data.

Deepfake
Een technologie die met inzet van kunstmatige intelligentie (deep learning) beeld en geluid manipuleert. Hiermee kun je in een video iemand iets laten zeggen of doen, zonder dat degene dat ooit gezegd of gedaan heeft. Wanneer de technologie wordt ingezet om nepnieuws te maken heet dit deepfake news.

» Lees meer over nepnieuws en kunstmatige intelligentie

Deep web
Het deep web is alles waar zoekmachines als Google,Yahoo en Bing niet bij kunnen. Dit zijn organisaties, overheden of databases van bedrijven, maar ook alles waar je online voor moet betalen of achter een wachtwoord verstopt zit. G-mailaccounts, online bankgegevens en privéfoto’s op sociale media vallen bijvoorbeeld onder het deep web.

Domotica
Het integreren van technologie en diensten ten behoeve van een betere kwaliteit van wonen en leven. Zorgtaken, communicatie, ontspanning en andere huiselijke bezigheden worden door talrijke elektrische apparaten en netwerken gemakkelijker gemaakt.

DoS en DDoS-aanvallen
Pogingen om een computer of computernetwerk onbruikbaar te maken. Bij een DoS-aanval wordt de aanval uitgevoerd door 1 computer, bij een DDoS-aanval door meerdere computers tegelijkertijd.

Doxing
Doxing is het openbaar maken van persoonlijke gegevens van mensen op internet. Het gaat hierbij om bijvoorbeeld namen, adressen en telefoonnummers. Doxing wordt voornamelijk gedaan om iemand te intimideren of uit een gevoel van sociale rechtvaardigheid bij bijvoorbeeld iemand die een overval doet en met zijn gezicht op Dumpert wordt gezet. Onder andere hackerscollectief Anonymous maakt er veelvuldig gebruik van.

» Meer in het dossier over cybercrime

Digitale dementie
Het idee dat computers en smartphones een bron van stress zijn. Dankzij de constante informatiestromen die we ermee genereren, zullen we de controle over onszelf verliezen. De term is geïntroduceerd door Manfred Spitzer.

Ander woorden zijn ook: digitale stress, socialbesitas, FOMO, technostress en social media stress.

Digital divide
Het verschil tussen mensen die wel toegang hebben tot nieuwe technologie en mensen die hier geen toegang toe hebben. Wordt ook gebruikt om het verschil aan te duiden tussen mensen die de vaardigheden en kennis bezitten om deze technologieën te gebruiken en diegene die deze niet bezitten.

» In plaats van digital divide gebruiken we ook wel de term digitale kloof

Digitale voetafdruk
Als we gebruik maken van digitale diensten, laten we daar vaak digitale (persoonlijke) informatie achter. Dit noemen we de digitale voetafdruk. Ook wel internet footprint, cyber shadow of digital shadow genoemd.

Digital literacy
Engelse term voor digitale geletterdheid. Wordt vaak gebruikt als mediawijsheid.

Digital native
Iemand die is geboren tijdens of na de algemene introductie van digitale technologieën. Zij begrijpen al vanaf jonge leeftijd de interactie met deze technologieën en de bijbehorende concepten. Deze term is voor het eerste gebruikt door Marc Prensky in 2001.

Digitale stress
Verwijst naar de voortdurende stroom van email, sms’jes en telefoontjes die je aandacht op een agressieve toon opeisen; het lijkt alsof je zo snel mogelijk moet antwoorden op een bericht. De constante informatiestroom zorgt ervoor dat je je niet meer kunt concentreren en dwangmatig je smartphone controleert op nieuwe berichten.

Vergelijkbaar met woorden als socialbesitas, FOMO, technostress en social media stress.

Digitale geletterdheid
Digitale geletterdheid omvat alle vaardigheden die kinderen nodig hebben om zich in de digitale samenleving staande te houden en zichzelf te ontwikkelen. Van informatievaardigheden tot je veilig kunnen bewegen op internet, van computational thinking en programmeren tot mediawijsheid en ict-basisvaardigheden.

» Wat is het verschil tussen digitale geletterdheid, mediawijsheid, ict-vaardigheden en computational thinking?

Drone
Een vliegtuigje zonder piloot aan boord. De toestellen worden op afstand bestuurd en hebben vaak een camera aan boord.

» Drones kunnen een gevaar opleveren voor onze privacy

Dronie

Een variant op de selfie, waarbij je een foto van jezelf maakt met een drone.

e-Learning
Interactief leren met behulp van een computer die is aangesloten op een netwerk. De “e” staat voor elektronisch.

Emoticon
De kleine afbeeldingen we gebruiken tijdens het chatten via bijvoorbeeld Whatsapp of Facebook worden emoticons genoemd. Voorbeelden zijn emojis en smiley’s. De afbeeldingen representeren vooral emoties.

eSports
eSports is het online competitief gamen. Gamers nemen het individueel of in teamverband tegen elkaar op in een wedstrijd. Denk hierbij aan games als World of Warcraft en FIFA. Iedereen kan live meekijken via streams. Het streamen van wedstrijden gebeurt voornamelijk via platforms als Twitch, YouTube en Facebook.

Exposen
Het ‘ontmaskeren’ van mensen op het internet door middel van privézaken en -gegevens.

Ethisch hacken
Het testen van beveiligingssystemen en netwerken op een positieve manier door computerspecialisten. Het doel is om door middel van hacken fouten en veiligheidslekken op te sporen in de systemen en netwerken om deze daarna te melden aan de bedrijven of instanties waarmee wordt samengewerkt.

Facebookvoyeur
Iemand die zelf geen (of nauwelijks) berichten op Facebook plaatst maar wel berichten van zijn Facebookvrienden bekijkt.

Fantoom Vibratie Syndroom
Je denkt dat je je mobieltje voelt trillen, terwijl dat niet zo is.

FOJI – the fear of joining in
Deze term verwijst naar het fenomeen dat je weg blijft van sociale media, omdat je niet meer weet wat je moet posten en bang bent dat niemand je volgt.

FOMO – the fear of missing out
Deze term verwijst naar de angst om dingen te missen die online gebeuren; constant je telefoon checken en laten weten wat jij doet, hoe anderen daar op reageren en willen weten wat zij doen in hun leven.

Tegenovergestelde van JOMO.

Fotobom
Een selfie waarbij een mens of dier (on)bewust achter je in beeld verschijnt. Als je bewust ‘in’ iemands foto springt, ben je aan het ‘fotobommen’.

Function creep
Technologieën die persoonsgegevens registreren en die vervolgens voor een ander doel gebruiken. Een voorbeeld is de Facebook App, die altijd – op de achtergrond – blijft draaien en zo je klik- en belgedrag monitort.

GHIJ

Game literacy
Engelse term voor mediawijsheid op het gebied van gamen.

» Lees verder in het dossier Gamen

Gamificatie
Het toepassen van spelprincipes en -technieken in een andere – vaak educatieve – context. Het wordt veelal gebruikt om de betrokkenheid van de speler te bevorderen.

» Lees verder in het dossier Gamen

Glasshole
De term glasshole refereert aan mensen die een Google Glass bezitten en daarbij de algemeen geldende omgangsvormen en/of andermans privacy vergeten.

Grooming
Grooming staat voor digitaal kinderlokken. Een volwassene zoekt via internet contact – vaak via online games, fora of sociale media – en probeert het kind over te halen om vrienden te worden. Door complimentjes, aandacht en cadeautjes wint hij het vertrouwen van het kind. Het uiteindelijke doel is (online) seksueel contact.

» Lees meer in het dossier Digitaal kinderlokken

Hacking
Inbreken op een computer, een netwerk of website. De gevolgen van hacking kunnen ernstig zijn: van misbruik van persoonlijke gegevens tot het wissen van je harde schijf of het opslaan van illegale bestanden.

Happy slapping
Snel en onverwacht een onbekende in elkaar slaan terwijl het met een mobiele telefoon wordt gefilmd. De beelden komen vervolgens op internet terecht. Happy slapping was enkele jaren geleden een grote hype.

Hashtag (#)

De term wordt veel gebruikt op Twitter. Door een woord te voorzien van een # (hashtag) kunnen Tweeps (iemand die Twittert) alle berichten over een bepaald onderwerp terugvinden.

Hoax
Een hoax is een broodje aap-verhaal dat meestal per e-mail wordt verspreid. Denk bijvoorbeeld aan meldingen over niet bestaande virussen. De afzender doet een dringend verzoek om het e-mailbericht naar zo veel mogelijk mensen door te sturen, waardoor het gewenste doel wordt bereikt: het overbelasten of platleggen van (mail)servers.

Een hoax is dus niet echt schadelijk, maar zorgt vooral voor overlast. Een ander nadelig gevolg is dat echt belangrijke meldingen niet serieus worden genomen.

Hotseat
Een hotseat of hot seat stelt 2 – of meer – spelers in staat om op hetzelfde apparaat om de beurt een game te spelen. De benaming hotseat vindt zijn oorsprong in het wisselen van stoel met degene die achter de computer zat.

Hotzone
Een hotzone is een gebied met draadloze internetverbinding, gemaakt door verschillende hotspots die bij elkaar in de buurt staan. Dit gebied kan een bedrijventerrein zijn, maar ook een hele stad.

Hyves
Hyves was het 1e Nederlandse sociale netwerk en is opgericht in 2004. In 2013, mede door de stijgende populariteit van Facebook, is Hyves gestopt als sociaal medium en verder gegaan als Hyves Games: een platform voor spelletjes.

IMEI
IMEI is het 15-cijferige serienummer van een mobiele telefoon. Het heeft niets te maken met de SIM-kaart. Controleer jouw IMEI door *#06# in te toetsen. IMEI speelt een belangrijke rol als je mobiele telefoon gestolen wordt: het is een uniek nummer waarmee de telefoon wordt opgenomen in de landelijke database van gestolen mobieltjes.

Immersive media
Op journalistiek niveau nieuws omzetten naar (snelle) beelden en geluid. Dit zou de toekomst zijn: nieuws in beeld en niet langer in tekst.

Instant Messaging (IM)
IM is een techniek die een bericht zo snel mogelijk verstuurt zodat een ander daar direct op kan reageren. Deze techniek maakt chatten mogelijk.

Internet of Toys
Het Internet of Toys is een variant op het Internet of Things: speelgoed dat met internet is verbonden en reageert op het kind en de omgeving. Voorbeelden zijn een barbie die met het kind praat (en de ‘gesprekken’ opslaat), of een dinosaurus die vanuit een database antwoord geeft op allerlei vragen.

Het Internet of Toys roept ook vragen op rondom privacy.

» Lees meer in het dossier Slimme apparaten

Intieme technologie
De versmelting van technologie met het menselijk lichaam. We meten, weten en delen steeds meer over onszelf. Voorbeelden hiervan zijn Google Glass en de vele apps om je sportprestaties en gezondheidstoestand te meten. Intieme technologie wordt mogelijk gemaakt door smartphones, sociale media, slimme sensoren, robotica, virtuele werelden en big data.

» Lees meer in het dossier Quantified Self

JOMO – the joy of missing out
Bewust wat minder connected zijn. Een reactie op de tendens waarbij we alles willen meemaken én het willen delen via sociale media. JOMO betekent Facebook een dagje met rust laten, niet reageren op elke pling, je iPad gewoon eens uitzetten, je telefoon in je tas laten zitten tijdens een feestje en geen foto’s maken als je met vriend(inn)en aan het dineren bent.

Ook bekend als sociale detox. Tegenovergestelde van FOMO.

KLM

Killswitch
Noodstopschakelaar. In relatie tot mediawijsheid verwijst het naar technologieën waarmee (bepaalde) informatie verwijderd kan worden.

Let’s Play
Let’s Plays zijn video’s waarbij spellen/games worden doorlopen aan de hand van subjectief commentaar: commentaar gekleurd door wat de spelers/gamers zelf hebben meegemaakt. Het doel van YouTubers met Let’s Play videos is een groot publiek vermaken door verhalen te vertellen rondom games of hun leven, waarbij de game-play zelf als ondersteuning dient. YouTubers kunnen hiermee veel geld verdienen.

Lifelogging
Je leven digitaal vastleggen. Dat kan via een blog, maar ook door verschillende apps – zoals Facebook, Twitter en de locatiegegevens van je telefoon – met elkaar te verbinden en op die manier een timeline van je leven te construeren. Er zijn apps die elke 30 seconden een foto maken en op die manier je leven in beeld vastleggen.

Location based game
Een location based game (locatie gebaseerd spel) is een digitaal spel waarbij je door de ‘echte’ wereld moeten bewegen. Deze spellen worden voornamelijk op een smartphone gespeeld. De  game maakt dan gebruik van GPS-technologieën om je locatie te bepalen.

» Meer in het dossier Gamen

Lootbox
Digitale schatkist die in (gratis) games gekocht kan worden. De inhoud van de lootbox is een verassing, dit kan een extra item of upgrade zijn. Dit voegt een kansspel-element toe en is onderdeel van het verdienmodel van de game.

» Meer in het dossier gamen

Maker Movement
De trend waarbij iedereen kan fabriceren/creëren/maken/innoveren vanuit zijn eigen huiskamer, dankzij nieuwe technologiën als open source computing, 3D-printing en microcomputers. Wordt ook wel de DIY-technologie (Do It Yourself) genoemd.

» Lees meer in het dossier Zelf media maken

Malware
Een verzamelnaam voor kwaadaardige en/of schadelijke software. Het woord is een samenvoeging van de Engelse woorden malicious en software, ofwel kwaadwillende software.

» Lees meer in het dossier Veilig op internet

Media literacy
Mediageletterdheid, de Engelse term voor mediawijsheid.

» Lees meer in het dossier Mediawijsheid

Medialogica
Het ontstaan van publieke opinie omdat beleidsmakers, journalisten en consumenten zich bewust of onbewust aanpassen aan de kaders en regels van de media.

» Meer in ons dossier Invloed van de media

Mediaweerbaarheid
De mate waarin je voor jezelf kunt opkomen in de digitale wereld. Denk aan sterk in je schoenen staan bij (cyber)pesten, veilige accounts voor jezelf kunnen creëren, jezelf niet kwetsbaar maken door persoonlijke informatie online te delen en doorzien dat niet elke e-mail van je bank te vertrouwen is.

Mediawijsheid
Mediawijsheid is de verzameling competenties die je nodig hebt om actief, bewust én kritisch deel te kunnen nemen aan de huidige gemedialiseerde samenleving.

» Lees meer in ons dossier Mediawijsheid
» De competenties worden uitgelegd in het Mediawijsheid Competentiemodel

Meme
Een meme is iets wat zich voortplant door middel van kopieergedrag. Op internet is een meme meestal een foto – maar kan ook een video- of audiobestand zijn – met een grappige tekst of een quote. Memes worden massaal verspreid via sociale media en het concept is de basis van een viral. Je spreekt het uit als miem.

»Memes bekijken of zelf maken.

Microblogging
Hele korte berichten schrijven. Berichten op Facebook of Twitter zijn een vorm van microblogging. Het nadeel van microbloggen is dat er soms onvoldoende ruimte is voor nuancering van de boodschap.

MMORPG (Massive Multiplayer Online Role Playing Game)
MMORPG’s zijn online games waarbij een groot aantal mensen met (of tegen) elkaar spelen. Bekende voorbeelden zijn World of Warcraft of Star Wars: The Old Republic.

» Meer in het dossier Gamen

MOOC
Een MOOC is gratis online opleiding. Het staat voor Massive Open Online Course. HBO’s en universiteiten maken veel gebruik van MOOC’s, bv om aankomende studenten een beeld te geven van de opleiding.

Morphing
Morphing staat voor het geleidelijk overvloeien van de ene afbeelding in een andere. Het resultaat wordt een morph genoemd.

MSN
Ooit het meest gebruikte chatprogramma. MSN kreeg een nieuwe naam: Windows Live Messenger, maar werd niet lang daarna stopgezet.

Multiplayer

Een (online) computerspel dat je met meerdere spelers kunt spelen.

NOP

Nieuwsanimatie
Een animatie van nieuwsgebeurtenissen die de feiten overzichtelijk en in chronologische volgorde vertelt.

Nationaal internet
Een gesloten internet waar alleen Nederlandse providers op worden aangesloten. Dit zou een oplossing kunnen zijn voor de zeer schadelijke DDoS-aanvallen die veelal vanuit het buitenland plaatsvinden. Belangrijke websites – zoals die van banken en overheidsdiensten – kunnen dan op dit nationale internet worden aangesloten.

» Lees meer in het dossier Veilig op internet

Netneutraliteit
Netneutraliteit betekent dat alle verkeer op het internet gelijk behandeld moet worden. Partijen als Youtube, Facebook en Netflix mogen dus geen voorrang krijgen. Zonder netneutraliteit zouden zij de meeste ruimte mogen gebruiken, en krijgt het overige internetverkeer de resterende bandbreedte.

Nettiquette
Ongeschreven regels over hoe je je moet gedragen op internet.

» Lesmateriaal over netiquette

Nickname
Een bijnaam op internet.

Online communities
Een gemeenschap van mensen die op internet met elkaar communiceren. Meestal vanwege een gedeelde interesse of activiteit.

Online gamen
Het spelen van een game via internet. Doordat je met andere – vaak onbekende – gamers speelt, is dit een grotere uitdaging en geeft het meer plezier dan spelen tegen een (spel)computer. Online gamen wint dan ook aan populariteit.

P2P (peer-to-peer)
Een netwerk waarbij computers met elkaar zijn verbonden voor het uitwisselen van bestanden. Torrentnetwerken, zoals Bittorrent, zijn hier een voorbeeld van.

Phishing
Phishing is een vorm van oplichting. Criminelen gebruiken internet om via phishing persoonlijke informatie van derden in hun bezit te krijgen. Daarvoor gebruiken ze e-mails en websites die afkomstig lijken te zijn van bekende en betrouwbare bedrijven. In werkelijkheid zijn het vervalsingen.

De term bestaat al sinds 1996 en stamt af van het woord fishing omdat de criminelen als het ware vissen naar persoonlijke informatie.

» Meer in ons dossier Phishing

Phubbing
Het fenomeen waarbij je iemand negeert – snubbing – omdat je op je telefoon – phone– kijkt.

Pushbericht
Een melding van een app die je op dat moment niet gebruikt. Bijvoorbeeld een melding van WhatsApp dat je een bericht hebt ontvangen. De berichten worden als het ware naar voren geduwd – gepusht.

Privacy
Bij het gebruik van digitale media moet je als gebruiker altijd stilstaan bij de vraag: wie kan deze informatie zien en wat mag diegene van mij weten? Ook het gebruik van bepaalde software kan je privacy schenden.

» Meer in ons dossier over privacy

QRS

QR-code
De QR-code is vergelijkbaar met de streepjescode. Als je een QR-code scant, krijg je extra informatie over dat product.

Quantified self
Quantified Self is de beweging waarbij we technologie inzetten om informatie over onszelf te verzamelen, te analyseren en hiervan te leren. Bijvoorbeeld een app om je sportieve prestaties te meten of je slaapritme te volgen. Op basis hiervan kun je je gedrag aanpassen of harder trainen.

» Lees meer in het dossier Quantified Self

Ransomware
Ransomware is een vorm van malware die je computer blokkeert. Computercriminelen gebruiken deze blokkade vervolgens om je te chanteren.

» Lees meer in het dossier Veilig op internet

Real identity policy
Het beleid voor real identity moet namaakprofielen tegengaan. Deze worden vaak gebruikt om iemand online te pesten, te intimideren of te stalken.

Reclamewijsheid
Reclamewijsheid is de kennis is die je hebt om reclame te kunnen herkennen tussen andere media-inhoud. Zeker bij de nieuwe vormen van reclame is dit niet altijd makkelijk. Commerciële boodschappen worden dan verweven in de inhoud van een medium.

» Meer in ons dossier over reclamewijsheid

Robothotel
Dit is een hotel waarbij gasten enkel bediend worden door robots in plaats van mensen. Ook wel ‘robotel’ genoemd.

Schoudersurfen
Dit is het onopvallend over iemands schouder meekijken om wachtwoorden en inloggegevens te achterhalen.

» Lees meer in ons dossier Veilig op internet

Scriptkiddie
Een scriptkiddie is een persoon die zich misdraagt op het internet door gebruik te maken van technieken en hulpmiddelen die een ander heeft bedacht. In tegenstelling tot een hacker heeft een scriptkiddie dus géén kennis van techniek. De stereotiepe scriptkiddie is een puber van het mannelijke geslacht die over een krachtige computer beschikt. Scriptkiddies handelen vaak vanuit een baldadige motivatie en voor de kick.

Selfie
De selfie is een foto van jezelf, vaak gemaakt met de camera – of je mobiele telefoon – op armlengte en gepubliceerd op sociale media. Er bestaan ook stemfies, zwerfies, brilfies, excelfies en zelfs meselfies.

Sensordata
Een sensor is een kunstmatig zintuig. De meeste sensoren zijn elektrisch of mechanisch. Softwarematige of virtuele sensoren zijn ook mogelijk. Met een sensor neemt een machine de omgeving waar en wordt informatie – oftewel data – verzameld.

Serious games
Een serious game heeft als doel educatief, informerend of communicerend te zijn. Met zulke computerspellen worden één of meerdere serieuze boodschappen overgebracht aan de spelers.

» Meer in het dossier Gamen

Server
Een server is een grote computer. Deze wordt vaak gebruikt om data op te slaan en/of websites op te hosten.

Sexting
Sexting is het sturen van een seksueel getinte foto – of bericht – via je mobiele telefoon. Meestal door verliefde tieners. De term is afgeleid van sex en texting – het versturen van een sms. Sexting gebeurt met wederzijds goedvinden, maar kan uitmonden in wraakporno als een relatie is beëindigd.

Sexting wordt vaak verward met grooming, digitaal kinderlokken. Daarbij is echter sprake van een ongelijkwaardige relatie tussen de betrokkenen.

» Lees meer in ons dossier Sexting

Sextortion
Afpersing met een seksueel getinte foto (of video) in ruil voor geld of meer pikante foto’s. De foto’s worden eerst gestolen dmv een hack op sociale media-accounts of e-mails, door het overnemen van webcams of door apparatuur te stelen.

Sharenting
Combinatie van de woorden parenting en sharing: ouders die alles over/van hun kinderen delen op Facebook, Twitter en andere sociale media.

Shift-ritme
Om je wachtwoord sterker te maken, kun je het shift-ritme toepassen. Dat betekent dat je bv. bij de eerste 5 karakters van je wachtwoord de Shift-toets ingedrukt houdt en bij de tweede 5 karakters niet. Med!@w1j$? wordt dan MED!@w1j$?

» Meer over sterke wachtwoorden in het dossier Veilig op internet

Singulariteit
Een ongewoonheid, iets waar normale regels of wetten niet voor gelden of niet meer kunnen worden toegepast. In relatie tot nieuwe media en technologieën verwijst singulariteit naar de razendsnelle technologische vooruitgang. Het omvat het idee dat alle problemen waarmee we in de huidige maatschappij kampen, kunnen worden opgelost door middel van technologie.

Slacktivism
De trend waarbij – met name jongeren – acties van goede doelen liken en delen in plaats van geld te doneren. Een samenvoeging van de woorden slacker – oftewel een nietsnut – en activism.

Smart Cities
Bij Smart Cities, ook wel ‘slimme steden’ genoemd, worden maatschappelijke problemen op een innovatieve wijze opgelost. In een Smart City is alles verbonden met het internet, wat het bijvoorbeeld mogelijk maakt om allerlei data te verzamelen, analyseren en delen. Dit biedt mogelijkheden, zoals het in kaart brengen en verbeteren van verkeersstromen. Maar er zijn ook risico’s: hoe zit het met de privacy van burgers in een stad waar alles gemonitord wordt?

» Meer in dossier Slimme apparaten

Smart Mobs
Een smart mob is een menigte mensen die met elkaar communiceren via digitale media. Bijvoorbeeld een demonstratie waarbij de participanten communiceren via Twitter, sms, Facebook of WhatsApp om gecoördineerd te werk te gaan.

Smombie
Een smartphone zombie: iemand die zo met zijn telefoon bezig is – bijvoorbeeld in het verkeer – dat hij niet meer op zijn omgeving let.

Socialbesitas
Het dwangmatig bezig zijn met je smartphone of internet. En dan met name met sociale media als Facebook, Twitter en WhatsApp.

Vergelijkbare woorden zijn: digitale stress, FOMO, technostress en social media stress.

Social media stress (SMS)
Het fenomeen waarbij sociale media een vorm van stress veroorzaken. Komt vooral voor bij jongeren. Ze voelen een verplichting om meteen te reageren op berichten. Dat reageren – en zichzelf op de juiste manier te presenteren – kan leiden tot een grote druk, tot onzekerheid en tot een lage eigenwaarde.

Vergelijkbare met woorden als socialbesitas, FOMO, technostress en digitale stress.

Sociale media
Voorbeelden van sociale media zijn Facebook, Twitter en Instagram. Ze worden ook wel sociale netwerken genoemd. Kenmerkend voor sociale media is dat gebruikers een profiel aanmaken en vervolgens onderling relaties met elkaar aangaan – vrienden worden – en elkaar op die manier volgen.

» Lees meer in ons dossier Sociale media

Social sign-in (social login)
Inloggen op een website door je Facebook- of Twitteraccount te gebruiken. De website haalt dan de data op uit je profiel zodat het niet nogmaals hoeft in te vullen.

Spam
Spam is e-mail die je ongevraagd ontvangt. De inhoud varieert van reclame tot het verzoek om een financiële bijdrage. De verzenders zijn vaak op een illegale manier aan je e-mailadres gekomen.

Splitscreen
Is een techniek die vaak wordt gebruikt bij films, televisie en videospellen. Het beeld wordt in 2 – of meer – stukken opgesplitst en in elk stuk is iets anders te zien.

Spoofing
Spoofing is een vorm van oplichting door internetcriminelen. Ze vervalsen bijvoorbeeld een e-mailadres, website, IP-adres of telefoonnummer, en nemen hiermee een neppe identiteit aan. Op deze manier probeert de internetcrimineel achter je persoonsgegevens te komen en je op te lichten. Een bekend voorbeeld van spoofing is het krijgen van een phishingmail van een bekende bank. Er bestaan meerdere varianten van spoofing. Lees op de website van Veiliginternetten.nl meer informatie en tips over hoe je het kunt herkennen.

» Lees meer in het dossier Phishing

Spyware
Een klein bestandje dat ongemerkt op je computer wordt gezet. Hiermee kunnen anderen bijhouden wat je doet op internet.

» Lees meer in het dossier Veilig op internet

SSL
Staat voor secure socket layer, een methode om via internet veilig gegevens uit te wisselen. Je herkent SSL aan het icoon van een slotje of sleuteltje.

Stemfie
Een selfie vanuit het stemhokje.

Streamen
Met applicaties als Periscope, Meerkat of Twitch kun je live video wereldwijd uitzenden. Dit wordt ook live-streamen genoemd.

TUV

Technoburger
Een technoburger is iemand die kan meepraten over de manier waarop technologie invloed heeft op ons lijf, ons gedrag, onze leefomgeving en onze maatschappij.

Technostress
De druk om altijd bereikbaar te zijn. Nauw verwant aan termen als digitale stress, FOMO, socialbesitas en social media stress

The internet of things (IoT)
Het internet of things staat voor het verschijnsel dat steeds meer voorwerpen gekoppeld worden aan het internet en dus aan elkaar. Denk aan slimme apparaten zoals je smart-TV of een slimme koelkast.

» Lees meer in het dossier Slimme apparaten

Tinderellasyndroom
Iemand die zo afhankelijk is geworden van datingapps en niet meer kan flirten in het echte leven, heeft het tinderellasyndroom. Tinderellasyndroom is een woordspeling van Tinder en Cinderella (Assepoester).

TL:DR
Staat voor too long, didn’t read, een kritische noot onder te lange online artikelen en posts. Ook algemene voorwaarden worden vaak als TL:DR bestempeld.

Trojaans paard
Een Trojaans paard is schadelijke software die vermomd is als een legaal, onschuldig programma. Het geeft de maker vaak ongemerkt toegang tot je computer.

» Lees meer in het dossier Veilig op internet

Trollen
Mensen die het leuk vinden om rare standpunten op een internetforum te plaatsen, om anderen te shockeren of beledigen. Bijvoorbeeld: een recept voor gekookte kat op een site van kattenliefhebbers. Gewoon negeren.

Tweede scherm
Tv kijken en tegelijkertijd je tablet, smartphone of laptop gebruiken voor de bijbehorende website of app. Zo kun je direct stemmen, meespelen en het programma op een interactieve manier bekijken.

Tweet
Een tweet is een bericht van 140 tekens dat je via Twitter deelt met de rest van de wereld.

21st century skills
21st century skills zijn de vaardigheden die de jonge generatie nodig heeft om te kunnen leven en te werken in onze sterk gedigitaliseerde maatschappij. Mediawijsheid valt onder deze vaardigheden als onderdeel van digitale geletterdheid.

Viral
Filmpjes die via sociale media erg vaak worden gedeeld, en dus veel aandacht krijgen, noemen we viral.

Virtual Reality (VR)
Een digitale driedimensionale omgeving waar mensen doorheen kunnen bewegen. Bijvoorbeeld de Oculus Rift: een bril waarmee mensen een virtuele – maar levensechte – realiteit voor hun ogen zien.

Virus
Schadelijke software.

» Lees meer in het dossier Veilig op internet

Vloggen/Vlog/Vlogger
Vloggen is een vorm van bloggen, maar dan met video. Vloggers filmen hun eigen leven en delen dit op het internet. Enzo Knol en Mascha Feoktistova zijn hiermee op erg succesvol binnen Nederland.

» Lees meer in het dossier YouTube

VoIP
Staat voor Voice over Internet Protocol. Het is een technologie waarbij je via internet met elkaar kunt praten. Een bekend voorbeeld is Skype. De gesprekken zijn meestal gratis.

WXYZ

Wearables
Wearables zijn miniatuur elektronica. Je draagt ze op je huid of onder kleding, zoals bijvoorbeeld een smartwatch, sieraden of een spijkerbroek die is verbonden met internet.

» Lees meer in ons dossier Quantified self

Web 2.0
Rond 2004 werd internet steeds interactiever. Sociale media zijn hier een mooi voorbeeld van. Hierdoor is het web minder statisch. Het interactieve internet wordt door vele omschreven als Web 2.0.

Web 3.0
Web 3.0 noemen we ook wel het semantische web. Websites en applicaties worden steeds slimmer. Door (gebruikers) data te combineren en te interpreteren kunnen ze de behoefte van bezoekers voorspellen en hierop inspelen. Zo wordt het web relevanter.

Webcam
Een camera die beelden via internet verstuurt. Ook in openbare ruimtes hangen steeds meer camera’s die beelden digitaal opslaan.

Webmail
E-mail lezen en versturen via een pagina op internet. De bekendste voorbeelden zijn Hotmail – tegenwoordig Live Mail – en Gmail.

Webrooming
Een product online onderzoeken, en het daarna in de winkel kopen. Het omgekeerde is showrooming; een product in de winkel bekijken en het daarna online aanschaffen.

Wiki
Een digitale omgeving waar mensen kennis delen. Iedereen kan een pagina maken en daar informatie plaatsen. Anderen kunnen de inhoud vervolgens aanpassen, indien zij dat nodig achten. Niemand controleert wiki’s op de waarheid.

» Meer in het dossier Informatievaardigheden

Wraakporno
Het online zetten van naaktfoto’s van je ex.

» Bekijk ook het dossier Sexting

xxx
Een x is een kus. Op internet kan het ook naar seks verwijzen omdat de x wordt gebruikt als rating voor volwassen films.

Zombie-pc
Een pc die is besmet met software waardoor een hacker je computer – van afstand – kan overnemen. Wanneer een hele groep computers is besmet, noemen we dat een zombienetwerk – oftewel botnet.

Zwerfie
Een selfie van een stuk zwerfvuil, onderdeel van een campagne waarbij je dagelijks één stuk zwerfvuil opraapt en weggooit.